Annel de Noré

Schrijftip van de maand oktober 2021

Ik heb wel eens de schrijftip gelezen dat je zo min mogelijk moet aangeven wanneer personages hun aardige mondjes opendoen en beginnen te mekkeren. Je moet liever beschrijven rondom de handeling en zo aangeven wie er praat. Gedeeltelijk ben ik het daarmee eens. Het kan heel vervelend zijn om aldoor te schrijven dan wel te lezen: zei Jantje; zei Pietje; zei Klaasje; voegde Mientje Mooi eraan toe vervolgde Pientje Plas; beweerde de meester gedecideerd. Echter, zoals met elke schrijftip moet je heel erg uitkijken. Er zijn bij het schrijven geen wetten van Meden en Perzen. Het kan erg onoverzichtelijk zijn, indien je als lezer niet (meer) weet wie wat zegt en waarom. Nog heftiger protesteer ik ertegen dat je niet mag aangeven hoe iemand iets zegt. Bijvoorbeeld: zei Tostie Beschuit koket (koket = bijwoordelijke bepaling); deed Barbie Voorgevel er een lief, openhartig schepje bovenop (lief, openhartig = bijvoeglijke bepaling <> doet een beetje dienst als een bijwoordelijke bepaling > dus hoe je iets doet). Mijn bezwaar tegen het niet durven schrijven hoe iets wordt gezegd, is dat de lezer soms niet zal kunnen beoordelen of een taaluiting bijvoorbeeld sarcastisch is bedoeld en dan zal de schrijver (= jij  of ik ) op een andere manier erop terug moeten komen en dat kost heel veel woorden en vaak moet er van alles bij worden gesleept dat niet nodig zou zijn in het andere geval > met andere woorden als je doodleuk schrijft: “‘Waar kom je vandaan?’ vroeg mijn moeder kwaad.” Allereerst: hoe zou je dit op een andere manier kunnen zeggen en kwaad weglaten? ‘Waar kom je vandaan?’ schreeuwde (krijste, gilde) mijn moeder. Ik vind alle manieren even acceptabel afhankelijk van een heleboel zaken waarvan ik één noem: hoe vaak heb je deze vijf woorden (vroeg kwaad, schreeuwde, krijste, gilde) al gebruikt in je verhaal? Toch nog een tweede reden: als het om je vader gaat die aan het schreeuwen slaat, kun je liever ‘brulde’ bezigen. Hoewel, er zijn mensen die krijsende vaders hebben. Bedenk een situatie of een reden waarom je een man zou kunnen laten krijsen (humor, ironie, pesterij, feministische aspiraties, hij is een klein opdondertje van niets). Oké, een derde: ‘vroeg kwaad’ heeft een andere gevoelswaarde en betekenis dan ‘krijste’. Een ander argument om via een (bijwoordelijke) bepaling aan te geven hoe iets wordt gezegd, is dat het snel, doeltreffend, eenvoudig en begrijpelijk is. Voor beide partijen. Als je reeds iedereen met deuren hebt laten smijten, kokende olie op de buren hebt laten gooien, met bloeddoorlopen ogen elkaar hebt laten aanstaren en met stoom uit de oren van negen hoog hebt laten springen, wordt het misschien tijd om ze gewoon lekker ouderwets boos rotdingen tegen elkaar te laten uitkraaien. Je kunt door je woordkeus aangeven hoe iets wordt gezegd. 

Bijvoorbeeld: ‘Waar kom je verdorie weer op dit uur vandaan geboemeld?’ Goed, dat is lichtelijk overdreven. Dus: ‘Verdorie, waar kom je in Godsnaam vandaan?’ Goed, je mag in godsnaam eveneens schrappen als je een simpele stijl verkiest. En/of indien je personage iemand van weinig woorden is of een atheïst. Een andere tegenwerping om niet duidelijk aan te geven hoe iets wordt gezegd/gedaan is dat een regisseur van een film niet telkens om het hoekje van de kamer komt kijken om de kijkers erop te attenderen hoe iets gebeurt, hoe de acteurs eruit zien enzovoorts. Het verschil is dat Brad Pitt, Charlie Sheen en Jennifer Lopez  drie keer razend van de set zijn gejaagd door Martin Scorsese om zich beter op hun rol voor te bereiden voordat jij de film ‘Get The F*** out of here’ te zien/horen krijgt. Het grootste punt is dat de kijker ZIET en HOORT hoe ‘het’ gebeurt, hoe ‘het’ wordt gezegd, hoe hij staat  te shaken! Dat moet de schrijver met: (poor me, poor all of us writers) woorden, woorden, woorden alleen bereiken. Tegelijkertijd: niet geklaagd. Denk aan Rasta Rostelli (hypnotiseur). In principe is volgens mij wat dit betreft bijna alles geoorloofd als: je afwisselt, indien je plastisch schrijft (de lezer moet het gevoel hebben dat hij op de noordpool versmacht van de honger) als je allerlei andere manieren hebt bedacht om hetzelfde te zeggen en daarvan de beste kiest, als jij je niet inleeft, maar in levende lijve hoogstpersoonlijk voor die schuimbekkende klerenkast met die mokers van vuisten staat te trillen. Je moet bibberen van de kou, kokhalzen van die kakkerlakkenpoot in de Burger Kings Texas Bacon Lover Double en je moet smachten naar een Lucky Strike al heb je nog nooit gerookt. Schrijven is verleiden, lokken, uitlokken, roepen, spelen, bij de hand nemen, laten zien, zelf laten kijken, loslaten, laten vallen/schrikken, kwaad maken, de paus aan het vloeken krijgen en een non inspireren een bijkans pornografische liefdesbrief te produceren. En je moet beslist niet zo overdrijven als ik zojuist. Houd maat in alles, enzovoorts (enzovoorts = bedenk zelf). Persoonlijk huldig ik de mening dat ik elk woord uit het nieuwste woordenboek (als alle oude door de ratten zijn opgevreten) gebruik. Ja, echt? Ja boy, allemaal. Alleen niet tegelijk en niet in dezelfde volgorde. Ik maak zelfs gebruik van: echter, evenwel, indien, bezigen, taaluiting, bijkans, zij het, welteverstaan, bovendien, zogezegd, wenen, smart en schuttingtaal. Alleen schrijf ik dan niet: ‘schuttingtaal’, maar echt smerige, ongeoorloofde woorden waarvan veel mensen nooit zouden hebben gedacht dat ik ze met mijn kersenrode pruillipjes uitkraam. Het spijt me: ik heb ze geheel buiten mijn schuld op straat gehoord en geleerd. Hopelijk geloof je me. Doe je dat, dan moet je er wel voor zorgen dat je verhaal goed is, sterk is, dat je jouw lezers het ( = alle leugens) laat slikken. Dat je ze betovert, hypnotiseert. 

Allemaal leuk en wel, maar een paar zijn niet en  soms is geen enkel van plan zich te laten beetnemen, niet bij de hand en nog minder bij de neus. Dat hoeft ook niet. Veel mensen luisteren zelfs niet naar hun vader of God. Vervloek ze acuut. Jij moet wel je best blijven doen. Je uiterste best. Want nu komt de belangrijkste tip: geloof je eigen bedenksels. Waarom? Omdat je verhaal spannend, grappig, moreel verantwoord, troostrijk, slim, fantasierijk, filosofisch, politiek geëngageerd is of een heel enkele keer een hogere waarheid bevat (= thema = onderwerp) en slechts een voorbeeld is van de duizend andere verhalen die kunnen worden gemaakt aan de hand daarvan die voor elke tijd, plaats en cultuur en elk ras gelden, zij het met wat aanpassingen. En omdat het jouw verhaal is. Uniek. Nog nooit verteld. Op deze manier. Nogmaals: als je schrijft moet je (laten) liefhebben, haten, walgen (van jezelf) gek doen of zijn, genieten, grenzeloos denken. Je moet je soms niet wassen en soms drie uur lang douchen. Nou ja, je hoeft me niet altijd even serieus te nemen als ik mezelf neem. Wel deze waarschuwing, want ik wil geen zoutzuur over me heen krijgen: woorden als dorst (= durft), edoch, liefdesstolpje, slijmpropje, kattendrol, hartenbeet, niettegenstaande en aanminnig  moet je heel voorzichtig en spaarzaam gebruiken. Je weet toch waarom niet te vaak? Er zijn geen wetten van Meden en Perzen, maar wel recensenten of lezers die je op de huid gaan zitten of uitlachen of ander ergere woorden over je schrijfsels en jou uit hun muffe kast gaan trekken (idioot, belachelijk). Persoonlijk lach ik even hard mee of ik meesmuil zo’n beetje of ik scheld ze binnensmonds uit als ik in mijn eigen huis en alleen ben. Pas op: niet iedereen is even laconiek als ik. Ga jij kunnen? En belangrijker: een overdaad aan dergelijke woorden kunnen je lezers teveel afleiden dus overdrijf alsjeblieft niet, laten ze functioneel zijn. Doe niet origineel of authentiek. Doe gewoon. Dus gek genoeg. Durf de plank mis te slaan (op je eigen hoofd). Blijf wel gokken en erop vertrouwen dat je lezerspubliek tegen een stootje kan.  Zo niet: dokken (= wegduiken). Succes!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *