Annel de Noré

Boekbespreking Boek IV: Vers vlees oud bloed

IV. Vers vlees oud bloed: is een korte verhalen bundel die uit veertien verhalen bestaat. Mede door dit boek werd ik genomineerd voor de Halewijnprijs en de Reinaerttrofee. Op één – door haat en wraak gedreven – rabiate uitval na van professor doctor Michiel van Kempen waren de recensies lovend tot zeer lovend.

1. Gele schoenen. De korte inhoud: Een vrouw van middelbare leeftijd keert terug naar haar geboortedorp omdat ze met wat onopgeloste issues zit waar ze antwoorden op wil en omdat ze zich afvraagt of ze haar vriend indertijd verkeerd heeft beoordeeld. Thema: Eén van Einsteins credo’s was: We cannot solve our problems with the same thinking that has created them. We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt. Onderwerp: miscommunicatie; misverstand. Opmerkingen in verband met het onderwerp: als we alleen vanuit onszelf denken en bij voorbaat de ander veroordelen, afstraffen omdat we heilig geloven in ons eigen gelijk, doen we die ander mogelijk tekort, temeer als we de ander niet de gelegenheid geven zich uit te spreken of zelfs maar te laten weten dat iets ons dwarszit (de zwijgcultuur) met mogelijk gevolg dat we de ander gaan wantrouwen. Wanneer dat is gebeurd, zullen we ook aanleiding vinden dat wantrouwen te voeden. Handig zou zijn ons in de schoenen van de ander te verplaatsen anders zal diens houding ons duister blijven. Motieven: vooroordelen, liefde; zwijgcultuur.

2. Vlees en bloed. De korte inhoud: Een jongetje van zeven moet een boodschap voor zijn moeder doen. Hij doet erg zijn best, maar er gaat veel fout, waardoor hij met het gevoel blijft zitten dat hij de boodschap niet goed heeft gedaan. Thema: door allerlei externe omstandigheden kunnen kinderen (mensen) hoe hard ze hun best ook doen het gevoel krijgen dat ze falen. Dat zal hen de rest van hun leven achtervolgen en bepalen. Hoe de uitwerking van dat ‘idee’ zal zijn hangt uiteraard van allerlei factoren af. Onderwerp: frustratie. Wat opmerkingen in verband met het onderwerp: gevoel van tekortschieten opgewekt door te hoge eisen van de buitenwereld/maatschappij reeds in de kindertijd. Motieven: loyaliteit

3. Besmeurd. De korte inhoud: Een meisje weigert een ander meisje, haar beste vriendinnetje, nog langer te laten afkijken, hetgeen haar op een pak slaag komt te staan. Thema: door één daad van agressie, door machtsuitoefening binnen een relatie, wordt het vertrouwen niet alleen geschonden, maar ook diverse relaties worden besmeurd. Onderwerp: agressie besmeurt relaties. Opmerkingen in verband met het onderwerp: de agressor creëert een moreel probleem voor het slachtoffer dat nog aan de agressor is gebonden door liefde en loyaliteit. Bovendien worden meerdere relaties geschonden en besmeurd door één agressieve daad. Er ontstaat een spiraal van agressie. Eén daad van agressie schept een keten van geweld die morele conflicten opwekt bij het ‘slachtoffer’ en onbegrip bij degenen die het ‘slachtoffer’ te hulp schieten zodat die met een meervoudig loyaliteitsconflict wordt opgezadeld als ze begrijpt dat het conflict niet wordt opgelost door nog meer geweld en ze de geweldsspiraal doorbreekt. Ze weigert niet alleen vanwege het loyaliteitsconflict zich te wreken, maar eveneens om zich op dezelfde wijze te gedragen als de dader en zich met de geweldenaar te identificeren vanuit het inzicht dat het probleem niet op die wijze wordt opgelost. Het betekent wel dat het ‘slachtoffer’ als laf, hypocriet wordt gezien en dat kan meer geweld – nu van de kant van haar vrienden – ontketenen. Toch kan ze zich er niet toe brengen haar ‘vriendinnetje’ ooit weer als betrouwbaar te zien. Ook van die kant, haar gewezen vriendin, zou dus nieuw geweld kunnen volgen. Die twee partijen zouden zich uiteindelijk kunnen verenigen tegen het slachtoffer en dat allemaal door één uiting van ‘macht’. Motieven: vriendschap; loyaliteit.

4.Vooroordelen. De korte inhoud: Twee vriendinnen komen na jaren weer in contact met elkaar. De één is psychiater en biedt haar vriendin een baan als secretaresse aan. Dat loopt uit op een ramp voor de secretaresse in spe. Thema: Degene die de ander verwijt vooroordelen te hebben, is juist ziekelijk bevooroordeeld. Onderwerp: Het projecteren van de schaduwzijde op een ander. Wat opmerkingen in verband met het onderwerp: vanwege haar werk die een obsessie is geworden ziet de psychiater overal een bewijs in van en in iedereen een psychische ziekte, terwijl zijzelf heel erg gestoord is. Dit verhaal is tevens een satire op de hedendaagse Westerse kijk op psychiatrie.  Motieven: psychische ziekte; obsessie; vriendschap

5. De laatste dag. De korte inhoud: Een vuilnisman is voor het laatst aan zijn werk gegaan, omdat hij pensioengerechtigd is, maar valt reeds ’s middags, bij de gedachte dat hij niets meer heeft waardoor hij zich nuttig voelt, in een gat van eenzaamheid. Hij besluit toch zijn wijk te blijven onderhouden ’s avonds. Dat eindigt op een ramp. Thema: Uit eenzaamheid, onbegrip van de buitenwereld en het daardoor slecht kunnen omgaan met provocatie gaat een psychisch betrekkelijke gezonde man zich gedragen als een psychopaat. Onderwerp: tolerantie tegenover stiekeme vormen van provocatie. Wat opmerkingen in verband met het onderwerp: door de manier waarop het Westerse maatschappelijke bestel functioneert, vereenzamen mensen en worden goed functionerende lui buitengesloten en tot waanzin gedreven doordat allerlei vormen van geniepige uitlokking of machtsuitoefening door bepaalde groepen (blanken, jongeren, rijken, machthebbers, transgenders, katten, honden) worden getolereerd tegenover anderen (‘allochtonen’, moslims, ouderen, gehandicapten, armen, machtelozen, hetero’s vooral vrouwen, belasting betalende burgers). Bovendien worden problemen dikwijls verlegd en wordt het ‘slachtoffer’ niet zelden de dader. Motieven: eenzaamheid, onrecht, terreur.

6. Hoofdpijn. De korte inhoud: Een astronaut heeft een barstende hoofdpijn en begeeft zich naar een ultra modern Medisch Centrum. Zo voorzien van de nieuwste, modernste, ongelooflijkste technische snufjes als het centrum is, ontbreekt het aan menselijk contact en communicatie waardoor het noodlottig afloopt voor de protagonist. Thema: technologie vervangt geen intermenselijke communicatie. Onderwerp: voortschrijdende robotisering van de maatschappij. Opmerkingen in verband met het onderwerp: hoe modern we ook zijn, hoe hoog onze technologische ontwikkeling ook is, we blijven mensen die elkaar nodig hebben en de wetenschap zal falen, heilloos zijn voor de menselijke samenleving als wetenschap onze menselijke communicatie vervangt, want dan eindigen we met rampen. Technische hoogstandjes kunnen menselijk contact en intermenselijke communicatie niet vervangen. De astronaut, zelf een wetenschapper, zou kunnen staan voor de mensheid (allegorie). Hier volgt een citaat uit: ‘Reis door de filosofie’ van John de Graaf die een online docent is van Etadoro een bedrijf dat onlinecursussen op allerlei vlakken heeft ontwikkeld:

‘Het zwaard van Damocles?

Hoe ingrijpend de logica, en de wiskunde en exacte wetenschappen met de daaraan gekoppelde technologieën de wereld ook hebben veranderd en verbeterd, er gaat voor steeds meer deskundigen ook een dreiging vanuit. En wel voor onszelf. Want er komen steeds meer intelligente zelfbesturende en zelflerende apparaten zoals robots, drones en 3-D-printers. Die zullen op den duur ook misschien steeds zelfstandiger kunnen werken. Daardoor kunnen mogelijk confrontaties met hun oorspronkelijke scheppers, met ons dus, ontstaan. De vraag is waartoe deze confrontaties zullen leiden. Blijven we de baas over onze elektronische en virtuele nakomelingen? Of hangt er een zwaard van Damocles boven ons hoofd en worden we huisdieren van onze toekomstige superieure scheppingsproducten? Wie weet mag het zeggen, maar dit is natuurlijk meer een probleem voor de ethiek en de politiek…

Nota bene 1: hoewel het verhaal geen echte satire is, denk ik, zit er los van het centrale thema een brok ironie in  om de voortschrijdende seksualisering van de Westerse samenleving die volkomen los staat van liefde en voortplanting aan de kaak te stellen. Dat blijkt uit het feit dat halfaap (neger?), hetero en homo samen met hoofdligging en hoofdluis tot symptomen worden gerekend van ziektes. Een teken dat ‘gewone’ vormen van seksualiteit en voortplanting (hoofdligging) zijn verdrongen door andere vormen van seksualiteit.

Nota bene 2: om welke reden ook schijnt er geen sprake te zijn van communicatie tussen de artsen en de mensen uit die samenleving. De protagonist kent wel het woord arts, maar niet het woord dokter dat in onze tijd als aanspreektitel geldt. Dit zou een signaal kunnen zijn dat de artsen robotten zijn of zich als dusdanig gedragen.

7. Het geheim. De Korte inhoud: Tussen vijf vrienden die reeds in de prepuberteit met elkaar omgingen blijken allerlei geheimen te bestaan en ondergrondse stromingen, die tot aan de oppervlakte de verhoudingen meebepalen. Maar het geheim der geheimen plaatst de protagonist voor een gewetensconflict. En een echt geheim, het ware geheim blijft ook voor de lezer geheim natuurlijk. Hoewel… met wat nadenken, intensieve analyse van de tekst en psychologie kan die het geheim misschien met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ontraadselen. Thema: Zelfs tussen de beste vrienden zijn er geheimen die nooit kunnen worden ontrafeld. Onderwerp: geheimen in intermenselijke relaties of: de onbekende ander. Opmerkingen in verband met het onderwerp: de onbekende ander kunnen wijzelf zijn. Wanneer mensen hun ego is geschonden, kunnen ze deze kwetsuren ervaren als liefdesverdriet en worden ze onbetrouwbaar en onberekenbaar en gedragen ze zich niet als een geliefde of vriend maar als Judas. Motieven: homoseksualiteit, geheimen, verraad, liefde.

8. Rozen. De korte inhoud: Twee hartsvriendinnen hebben het contact met elkaar verloren en als ze elkaar weer ontmoeten, blijkt één van de twee, Roosje, helemaal veranderd: ze is nors, zwijgzaam, heeft haar gevoel voor humor verloren en van de oude gevoelens van liefde en vriendschap schijnt niets meer over te zijn bij haar. Roosjes vriendin, de protagonist, een ik-figuur, probeert er alles aan te doen om het ijs te breken. Op Valentijnsdag brengt ze een prachtig boeket rozen naar het hotel waar Roos logeert. Tot haar verbijstering werkt dat liefdevolle gebaar volkomen averechts. Die vertaalt het gebaar verkeerd, omdat haar vertrouwen in de mens is geschonden en ze blind is geworden voor welgemeende vriendschapsuitingen en ze kan niet geloven dat wie dan ook tot liefde in staat is en dat iemand van haar kan houden zonder bijbedoelingen (seksualiteit) en zonder erop uit te zijn haar te willen beschadigen. Thema: 1. Geschonden vertrouwen door roddel- en lasterpraat, daar kan zelfs echte liefde niet tegenop. 2. Wie liefheeft kwetst niet opzettelijk. Onderwerp wantrouwen overwint liefde. Opmerkingen in verband met het onderwerp: We creëren een hel op aarde voor onze medemensen en in deze hel leren we dat we iedereen moeten wantrouwen. In deze op materiele en seksuele uitbuiting gebaseerde Westerse wereld worden we zo beschadigd dat we in niemands goede bedoelingen kunnen geloven tot schade van beide partijen. ( Jean Paul Sartre: L’enfer c’est les autres). Wanneer een geliefde van ons zo intens is beschadigd, de wond zo levensbedreigend is, kunnen we hem/haar niet redden. Motieven: vriendschap, wantrouwen.

9. De Nieuwe Mens. De korte inhoud: Een groep mensen is na een Apocalyps in een desolaat berglandschap terechtgekomen waarin voedsel steeds schaarser wordt. Van hun nakomelingen behoort alleen Toetoe gedeeltelijk tot de oude garde, omdat zijn moeder in verwachting was, toen ze daar belandden. Als het verhaal begint is er eveneens maar één van de eerste groep volwassen overlevenden over: wijze grootmoeder. Zij vertelt Toetoe, die het intelligentste lid is van de twintig die er leven, over de ‘oude’ wereld waar de oorspronkelijke overlevenden vandaan kwamen. Hij snapt er niets van. Haast niets van de ‘oude’ wereld is op die plek te vinden. Geen: huizen, rivieren, auto’s, bedden, normaal voedsel enzovoorts. Bovendien sterft ze voordat Toetoe het belang van haar lessen inziet. Toch blijken die niet voor niets te zijn geweest. Voor haar overlijden ervoer Toetoe de dood voornamelijk als een manier om makkelijk aan voedsel te komen, want de lijken worden er opgegeten. Zoals dieren erop uit zijn zichzelf in stand te houden door te eten en zich te vermenigvuldigen, kent de groep nagenoeg uitsluitend die behoeften. Na de dood van zijn grootmoeder beseft Toetoe dat hij zijn grootmoeder als persoon gaat missen, evenals haar lessen waardoor hij zijn gevoelens (abstracte zaken) leerde uitdrukken en delen. Zaken die niets te maken hebben met de voornaamste bezigheid van de groep: het zoeken naar voedsel. Hierdoor raakt hij emotioneel in de war. Hij zou haar dood moeten toejuichen: het lijk uitsluitend zien als voedsel. Gemengde gevoelens kende hij eerder niet. Opeens rijpt zijn begrip over zaken als gemis (tegenover een volle maag, lichamelijke bevrediging), liefde, genegenheid (tegenover seksualiteit <> Mora) en verdriet (tegenover honger hebben) evenals andere (abstracte) begrippen die daarvoor voor hem onbevattelijk waren, omdat die niet aan de orde kwamen. De waarde van taal en communicatie, van morele waarden (elkaar niet haten, gemeenschapszin) dringen tot hem door. In plaats van voedsel te zoeken, dat slechts dient om het lichaam in stand te houden, tracht hij de ‘tekens’ en tekeningen die zijn gemaakt door onder andere zijn moeder te ontraadselen om kennis op te doen. Door de geschiedenis van de groep te ‘bestuderen’, kunnen fouten die desastreus waren voor de groep – dus de mensheid – worden vermeden zoals individueel belang en haat uit hoofde van materiële zaken. Voor het overleven van de groep zijn behalve voedsel ook gemeenschapszin, naastenliefde en allerlei morele waarden nodig. Bijvoorbeeld communicatie boven agressie (woede) stellen. Door middel van taal moeten die waarden aan de rest van de groep worden medegedeeld of duidelijk gemaakt. Op momenten wanneer de emoties vanwege het eigenbelang, het opportunisme hoog oplopen kunnen die waarden in taal worden benoemd. Hierdoor kunnen ze in de dagelijkse werkelijkheid beter worden begrepen en in positieve, groepsgerichte daden worden omgezet. Hij begrijpt dat communicatie en dus taal even belangrijk zijn voor komende generaties als voedsel. Hij komt zonder voedsel aanzetten met zijn taalwijsheden en dat wordt hem niet in dank afgenomen door de groep.  Thema I:  taal, communicatie, morele waarden en normen zijn even noodzakelijk voor ons voortbestaan als ultieme materiële middelen. Thema II: begrip van onszelf en anderen komt door taal. Thema III: een pleidooi voor de literatuur. Onderwerp: ons voortbestaan als mensheid is grotendeels afhankelijk van hogere waarden, die uitsluitend door taal worden doorgegeven. Opmerkingen in verband met het onderwerp: de verhalen van onze menselijke gemeenschappen, onze geschiedenis, en de oorzaken van hun vernietiging moeten telkens worden verteld. Eventueel gestoken in nieuwe jasjes om de oorzaken te achterhalen waarom onze historie er één is van herhaaldelijke teloorgang ondanks verhoogde materiele welvaart. Het materiemagnetisme en individualisme vieren hoogtij in de Westerse samenleving. Complexe gevoelens en verhoudingen verwaarlozen we. Wat dat betreft lijkt het alsof de mensheid niet verder is gekomen dan in het stenen tijdperk. De homo erectus, is nauwelijks homo sapiens geworden, laat staan dat we zijn getransformeerd in denkende en (mee)voelende (mede) mensen, dus empathische mensen. Dit verhaal zou kunnen worden beschouwd als een allegorie voor de hedendaagse Westerse samenleving. Water en voedsel staan dan voor alles wat we niet op materieel gebied kunnen vergaren. We smachten naar individuele aandacht en zorg die niet wordt vervangen door materie. Het uitgehongerd zijn, het tekort aan water en voedsel is een (psychische) beleving vanuit de Westerling. Die heeft per individu meer van alles dan in welke menselijke maatschappij ooit en desondanks voelen en gedragen velen zich als emotionele jakhalzen waarbij de ene zijn dood de ander zijn brood is. De werkelijke honger is een geestelijke. Dit materiemagnetisme woekert als een kankergezwel in onze samenleving en zal ons steeds weer tegen elkaar doen opstaan en onze samenleving vernietigen. Motieven: literatuur (verhalen vertellen), taal als schat/voedsel. In verband hiermee een passage uit: ‘Lessen in literatuur’ van meneer F.W. Korsten: Met name de Franse analyticus Jacques Lacan (1901-1981) ziet taal als constitutief (= die of dat, dus iets dat, ervoor zorgt dat iets bestaat) voor de vorming van het menselijk subject.  En: … de taal is draagster van alle waarden binnen een maatschappij. Het menselijk subject komt niet tot stand doordat het zich bewust wordt van zijn ik en vervolgens ‘ik’ gaat zeggen. Het ‘ik’ wordt als ‘ik’ bestempeld door de taal van anderen. Om te bestaan als sociaal wezen, moet het menselijk subject zijn intrede doen in de taal. De taal gaat aan het subject vooraf., overstijgt het subject en ‘maakt’ het subject.

Nota bene: In dit verhaal zit ook ironie. Kort nadat ze het versje op hebben gezegd dat ze niet mogen haten, wordt Toetoe vermoord.

10. Vriend in nood. De korte inhoud: Een tiener wordt door zijn moeder erop betrapt dat hij pornoblaadjes heeft. Omdat hij niet de waarheid vertelt, belt zijn moeder een vriend van hem. Ze weet niet dat haar zoon en zijn vriend twee handen op één buik zijn en laat zich maar al te graag van het eigenlijke punt afleiden (het bezit van de pornoblaadjes) omdat het zo gemakkelijk is haar leven niet overhoop te laten halen door zaken die het daglicht schuwen. Thema:1. Bij de duivel te biecht gaan 2. Een leugen vertellen waarbij je een ander beschuldigt van wat jezelf doet en jezelf gaan geloven. 3. Iets (niet) geloven om niet uit je comfort zone te worden gehaald of omdat je aanneemt dat het ver van jouw bed is: je ogen sluiten voor de waarheid. Onderwerp: Ontkennen dat het kwaad zich binnen eigen gelederen bevindt. Motieven: porno, vriendschap

11. Vers vlees oud bloed. De korte inhoud: Een jongeman heeft met verschillende vrouwen tegelijkertijd een intieme relatie. Eén van deze vrouwen sterft aan een vreemde (mogelijk besmettelijke?) ziekte. Thema I: vrouwen zijn dwars door tijden en culturen heen erg kwetsbaar als ze erop uit zijn hun droomprins te vinden of menen die te hebben gevonden. Thema II: het is een raadsel wat mannen (soms) bezielt. Onderwerp: ongerechtvaardigd vertrouwen door een obsessie. Opmerkingen in verband met het onderwerp: ‘de’ vrouw is geneigd keer op keer ‘de’ man te vertrouwen, wanneer ze gelooft eindelijk het lot uit de voor hen belangrijkste loterij dat de hoofdprijs zou kunnen vertegenwoordigen in handen te hebben en dat leidt tot onbegrijpelijk, onverantwoordelijk gedrag. Geen van de vrouwen weet genoeg over de jongeman om achteraf zijn mogelijke motieven – waarvan wraak er één kan zijn – te doorgronden als hij een dodelijke, besmettelijke ziekte zou blijken te hebben. De maatschappij zal de vrouwen uitspugen, terwijl hun enige schuld bestaat uit te goeder trouw zijn tegenover het mannelijke geslacht en die obsessie krijgen ze met de paplepels van hun moeders mee: ten koste van alles de ‘prins’ te pakken krijgen en behouden die het leven zal effenen. Het opmerkelijkste aan het verhaal is dat de jongeman zijn doodzieke vriendin gaat opzoeken in het ziekenhuis. Als hij weet waaraan ze lijdt en hij daaraan schuldig zou zijn, waarom gaat hij er dan naar toe? Weet hij het niet, gaat hij dan nadenken en zijn gedrag bijstellen? Hoeveel vrouwen heeft hij reeds ziek gemaakt? Als hij zelf zich als een don Juan gedraagt, heeft hij het recht om wraak te nemen? Zijn beweegredenen zijn duister en zijn stof tot nadenken. Motieven: het assepoester syndroom; liefde.

12. Alice. De korte inhoud: Een dementerend echtpaar heeft dwars door de jaren heen een patroon opgebouwd waarvan de groeven diepe, ondergelopen geulen zijn. Die voortdurend aanwassende inhoud blijkt zelfs sterker dan de dijken van hun beider voortschrijdende dementie, breekt daar dwars doorheen en overstroomt alles. Niet liefde is het laatste wat hen bindt, maar het feit dat de vrouw de man als een trofee ervaart, die ze ten koste van alles moet behouden en hij weet dat ze hem nooit in de steek zal laten, wat hij ook uitspookt. Wie er ook nieuw in hun leven verschijnt, zij leven met zijn tweeën in hun tweepersoonsbubbel van waaruit ze over ieders hoofd heen hun issues uitvechten. Alle vrouwen die in zijn leven de revue zijn gepasseerd en die de echtgenote hebben gekwetst blijken in feite voor hem, ondanks alle pijn die ze haar hebben bezorgd, totaal onbelangrijk. Dat zal zij nooit snappen en daar zit de tragiek van haar leven in. Allemaal zijn ze ‘Alice’ in wonderland, misschien is zelfs zij, de echtgenote, ‘Alice in wonderland’ gebleven voor hem en zichzelf. Lang voor hun werkelijke dementie leefden ze in een staat van geestelijke vernauwing met elkaar. Als ze wel uit elkaar waren gegaan om een andere vrouw zou die vermoedelijk slechts een nieuwe ‘Alice in wonderland’ zijn. Eigenlijk is deze ene dag tekenend voor hun levens. Hun levens in een notendop. Thema: Gewoonte is sterker dan liefde; gewoonte kan lijken op liefde. Onderwerp: de mythe van een gelukkig huwelijk in het Westen. Opmerkingen in verband met het onderwerp: beiden putten op een vreemde manier hun zekerheden uit hun geschillen. Zij zal om haar status van wettige echtgenote van een professor nooit scheiden; hij, de ‘beminde’ man, blijft omdat hij mag doen en laten wat hij wil en ‘nooit’ door ‘de vrouw’ – Alice – in de steek zal worden gelaten. Niet liefde houdt het echtpaar bij elkaar, maar basiszekerheden. Een heleboel hedendaagse Westerse huwelijken zijn op deze leest geschoeid, wie of wat die vrouw ook is. Motieven: het huwelijk; apenliefde

13. Metamorfose. De korte inhoud: Een meisje onttrekt zich aan alle strubbelingen van het gezinsleven – vechtende broers en zussen, ruziemakende ouders en de dagelijkse rompslomp met allerlei taken die moeten worden verricht – door telkens haar ogen te sluiten voor de werkelijkheid en haar eigen psychische nood en te zien wat zij wil zien en dat is allemaal goed, mooi en zacht. Zelfs als ze om de realiteit te ontvluchten een donker, gevaarlijk bos in loopt en wordt achtervolgd door wolven en zelf moet gaan schreeuwen om zich de beesten van het lijf te houden, vervalt ze bijna direct weer in hetzelfde gedrag: de ogen sluiten en zien wat zij wil. Dan is de buitenwereld weer goed, mooi en zacht. Dit leidt uiteraard tot een vicieuze cirkel. Thema: zich afsluiten voor de alledaagse (onaangename) werkelijkheid, die naar zijn hand zetten door technieken te ontwikkelen waardoor de wereld mooier lijkt. Onderwerp: idealisering van de wereld/utopische wereld scheppen. Opmerkingen in verband met het onderwerp: iemand die de boze werkelijkheid ontvlucht zal zelfs wanneer die steeds dreigender wordt en hem almaar dichter op de hielen zit, zodra het directe gevaar voorbij lijkt, onmiddellijk weer die strategie toepassen. De belangrijkste metamorfose is namelijk niet die van de persoon, maar die van de omgeving door de persoon. Die gedaanteverandering is echter een schijnbare. De geschiedenis zal zich blijven herhalen en wordt de bekende vicieuze cirkel. Motieven: metamorfose, utopie.

14. De zeemeerman. De korte inhoud: Een jongen maakt mee dat zijn moeder telkens een andere partner heeft, waardoor het ene na het andere zusje of broertje wordt geboren en armoe troef is. Hij wil het anders doen dan zijn ouders door te studeren en een net gezin te stichten. Als een meisje, een medeleerling, zwanger wordt van hem, herhaalt de geschiedenis zich echter. Thema: door omstandigheden worden mensen vaak gedwongen de fouten van hun (voor)ouders te kopiëren oftewel: structuren worden in dezelfde omgeving en binnen dezelfde actoren moeilijk doorbroken. Onderwerp: de geschiedenis herhaalt zich. Wat opmerkingen in verband met het onderwerp: hoewel de protagonist dolgraag het patroon wil door breken voor wat betreft een vrouw met de gebakken peren te laten zitten van een seksuele relatie wordt hij daartoe gedwongen en niet per se door slechtheid. Hoeveel inzicht betrokkenen ook mogen hebben in hun situatie als bepaalde factoren niet worden veranderd, komt er geen verbetering. Motieven: paringsdrift, armoede.

Titelverklaring van het boek: nieuwe mensen, omstandigheden, culturen, tijden staan voor vers vlees. De intermenselijke relaties, hun gevoelens en gedrag blijven basaal hetzelfde. Dat is het oude bloed, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Er is niets nieuws onder de zon voor wat liefde, haat, verraad, loyaliteit, angst, wraak betreft en alle daden waartoe ze ons dwingen. Een Jezus, Petrus, Judas, Eva, Maria, Sarah enzovoorts zullen er altijd zijn.

1. Gele schoenen: als we na jaren wanneer we geestelijk en lichamelijk zijn veranderd, zijn  gerijpt – vers vlees zouden moeten zijn geworden – een zaak op dezelfde wijze benaderen, zullen ons onbegrip, onze miscommunicatie, het eenzijdige bekijken en de ongewijzigde intentie om gelijk te krijgen (oud bloed) niet tot helderheid lijden. We zullen geen inzicht erin krijgen waar de schoen wrong als we niet in de schoenen gaan staan van onze tegenstanders. Integendeel zal in het ergste geval meer kwaad bloed worden gezet, omdat elk incident ertoe kan leiden dat onze vooroordelen (frivoliteit/moordenaar) worden versterkt en het wederzijds onbegrip groter wordt. Elk van de partijen eindigt waar ze begon: bij het vermeende Grote Gelijk. De geschiedenis herhaalt zich, tenzij we adequaat gaan communiceren en met de wil de ander te begrijpen.

2. Vlees en bloed: een jongetje (vers vlees) ervaart de kwalijke gevolgen in een dispuut tussen twee volwassenen (oud bloed) en zal daar een leven lang een gevoel van tekortschieten aan overhouden. Dat zal hem bepalen (oud bloed) en iedere relatie die hij met anderen aangaat (vers vlees). Op de één of andere manier kan de geschiedenis zich herhalen als hij van dat gevoel af wil en het overhevelt op anderen.

3. Besmeurd: nieuw geweld (vers vlees) wordt opgeroepen door oud geweld (oud bloed) ook als nieuwe spelers bijkomen of de geweldplegers van ‘gezicht’ veranderen waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat en de geschiedenis zich zal blijven herhalen.

4.Vooroordelen: omdat de vooroordelen voortspruiten uit een ziek brein (oud bloed) zullen die steeds op de ander worden geprojecteerd, wie die ander ook is (vers vlees). Het probleem kan pas worden verholpen, wanneer die op de juiste plek, daar waar het oude bloed zit, waar het gezwel zit, wordt aangepakt.

5. De laatste dag: als het probleem van subtiele, maar voortdurende provocatie van bevoorrechte groepen (vers vlees) niet wordt aangepakt, zullen telkens achtergestelde groepen het onderspit delven (oud bloed). Ook hier wordt de kern van het probleem verlegd en zal de geschiedenis zich herhalen.

6. Hoofdpijn: hoe hoog onze technologie ook stijgt, wij moderne mensen (vers vlees) zullen basale behoeften hebben (oud bloed) zoals, horen en gehoord worden (communicatie), persoonlijk contact, zelfs lichamelijk contact. Voedsel, kleding, onderdak, medische verzorging en dergelijke kunnen die niet volledig vervangen om ons een gevoel van welzijn en welbehagen te geven. Geen communicatie hebben, geen fysieke omgang met elkaar hebben, kan zelfs in letterlijke zin tot onze dood lijden en zelfs vaker tot onze geestelijke dood.

7. Het geheim: vriendschappen, genegenheid, liefde tussen mensen (vers vlees) zullen er altijd bestaan evenals verraad, geheimen, ontrouw en ondankbaarheid (oud bloed). Zolang als wij mensen contact met elkaar hebben zal de geschiedenis zich herhalen.

8. Rozen: (eenzijdig) wantrouwen (oud bloed) zal er altijd (vers vlees) zijn in relaties, evenals de onmogelijkheid een geliefde van onze loyaliteit en trouw te overtuigen (oud bloed), ook als de spelers veranderen (vers vlees) of juist wanneer de ene partij de ander wantrouwt (oud bloed). N.B. ook liefde, genegenheid, vriendschap uit het verleden kan als oud bloed worden gezien en het wantrouwen als vers vlees, waarbij het bloed te maken heeft met het hart, de gevoelens en het vlees met het lichamelijke, het materiële.

9. De Nieuwe Mens: al verandert de menselijke gemeenschap voor wat de mensen zelf betreft (vers vlees), de menselijke aard blijft hetzelfde (oud bloed).

10. Vriend in nood: zo vader (oud bloed) zo zoon (vers vlees). Mannen zijn mannen. En de relatie van vrouwen met hun mannen (oud bloed) wordt meestal gecontinueerd in de relatie met hun zoon (vers vlees). Hoe mannen met vrouwen omgaan en omgekeerd (oud bloed) blijft hetzelfde al veranderen de personen (vers vlees).

11. Vers vlees oud bloed: in dit verhaal zou het oude bloed (1) letterlijk op het bloed kunnen slaan, met dien verstande dat oud zou betekenen ziek en het verse vlees op de aanwas van nieuwe vrouwen die eventueel ziek worden (oud bloed) waardoor eventueel een vicieuze cirkel ontstaat. Ten tweede (2) zou het oude bloed kunnen zijn dat deze man (oud bloed), geen jantje goedbloed is, maar op een andere manier ziek (oud) bloed heeft en zichzelf voortdurend van vers vlees (andere vrouwen) voorziet en oud bloed creëert. (3) Of het verhaal kan op alle mannen (de man) betrekking hebben en de vrouwen die meespelen. Het oude verhaal (oud bloed, zowel mannen als vrouwen hebben oud bloed) steeds opnieuw gespeeld door andere spelers (vers vlees: zowel mannen als vrouwen zijn vers vlees). (4) Het gedrag van mannen (oud bloed) tegenover vrouwen (vers vlees).

12. Alice: de relatie is oud bloed, de nieuwe vrouwen zijn het verse vlees.

13. Metamorfose: de omgeving, de omstandigheden blijft/blijven hetzelfde (oud bloed) de kijk erop wordt bewust gemanipuleerd (vers vlees). Er zal dus niet wezenlijk iets veranderen, de geschiedenis zal zich net als in alle andere verhalen blijven herhalen, de ononderbroken vicieuze cirkel wordt gehandhaafd of telkens hersteld. Dat lost niets op.

14. De zeemeerman: de spelers mogen veranderen, het mogen andere tijden en culturen zijn (vers vlees) als bij een seksuele relatie de vrouw zwanger wordt, heeft zij de grootste kans met de ‘gebakken peren’ te blijven zitten (oud bloed). In een andere context, deze is slechts een voorbeeld, structuren worden niet zo gemakkelijk doorbroken. Getto’s in Amerika en alle problematiek daaromheen.

Reactie op de felle uitval van professor doctor Michiel van Kempen in De ware tijd d.d.

  1. Wordt een onderwerp wetenschappelijk benaderd, dan moet elk argument onderbouwd zijn. Is dat niet het geval dan is er geen sprake van een argument maar een mening en mag die in huiselijke kring worden gespuid. Voor publiek gebruik zijn meningen ongeschikt en ze mogen in de prullenbak. Voor roddelpraat, kwaadsprekerij en laster geldt hetzelfde. Iemand die mij voor een leugenaar, een moordenaar, een bedrieger of een pedofiel uitmaakt, kan wel of geen gelijk hebben, maar als hij die beschuldigingen niet kan staven met harde bewijzen, dan kan ik hem aanklagen, die aantijgingen naast mij neerleggen, de relatie met hem verbreken of hem benaderen en vragen daarmee op te houden omdat het loze beschuldigingen blijven tot ze onderbouwd zijn. Met andere woorden: ze hebben geen enkele waarde voor het bepalen van het waarheidsgehalte van de aantijgingen. Wanneer iemand zich over een tekst zo vreselijk opwindt zoals hij voor wat betreft ‘Vers vlees oud bloed’ en allerlei neerbuigende of negatieve uitlatingen erover doet, ligt het moeilijker. Wat wel gelijk blijft: zonder onderbouwing heeft zijn tekst slechts de waarde van opgehoopt gif dat hij kwijt moest en het zegt niets over mijn verhalen. Wat ik wel kan doen, is proberen mij publiekelijk te verdedigen omdat hij aan mij als particulier persoon is gekomen. Dat recht is mij ontzegd, dus doe ik het bij deze. De eerste verdediging staat in de voorgaande alinea. Als de professor zich als professor, dus gezaghebbend, door mij gekend wilde hebben, dan had hij zich zoals het een wetenschapper betaamt als dusdanig moeten gedragen/uiten (zie boven).
  2. Ook zijn woordkeus is evenmin van dien aard dat ik hem in professioneel opzicht serieus hoef te nemen.
  3. Het gebruik van het Surinaams is in een overwegend Nederlandse tekst denigrerend. Iedere Surinamer die dat stuk kan lezen, kent de Nederlandse vertaling van die woorden. Inhoudelijk heeft hij nog niet eens een goede tekst op het niveau van een tweede klas mulo geschreven, hoewel zijn spelling en zinsconstructies perfect zijn. Het belangrijkste bezwaar ertegen is dat het onderwerp waar het hem om te doen was, niet wordt belicht. Dat was mijns inziens: aangeven wat hij het beste verhaal, dan wel het beste  boek vond dat hij  in 2017 had gelezen. Hij heeft geen recensie geschreven naar eigen ‘zeggen’ over ‘Vers vlees oud bloed ’en had zich aan dat bewuste onderwerp moeten houden. Hij heeft echter de gelegenheid te baat genomen mij van katoen te geven.
  4. De heftigheid van zijn betoog lijkt op het beruchte schieten met een mitrailleur op de bekende mug. Zijn opwinding is onbegrijpelijk, tenzij ik ervan uitga dat hij niet professioneel bezig was en dat zijn motieven om dat stuk te schrijven op een ander vlak lagen, dan literaire.
  5. Het is mij gebleken dat hij nauwelijks iets van de verhalen heeft begrepen. Hij heeft de kans de uitleg hierboven te lezen, hoewel ik zoals gezegd de draagkracht en volle betekenis van de verhalen niet op deze wijze kan weergeven. Een goede raad aan hem zou zijn dat als hij voortaan vragen heeft, die gewoon eerst te stellen en dan te kijken of het beter gaat. Hij moet dan wel snappen dat hij er (nog) niets van snapt en zijn bedoelingen moeten wel zuiver zijn.
  1. Echt inhoudelijk wil ik niet op zijn keukenmeidengilletjes ingaan: dat is zinloos. Wel zal ik hem ter wille zijn en één duidelijke verzuchting waar ik wel iets mee kan van zijn gewicht ontlasten. Ik schrijf verhalen. Van genres maak ik uitsluitend gebruik als ik die kan gebruiken als jasje voor mijn verhaal. Overigens: als hij de ‘genres’ heeft herkend, dan kunnen het nooit jammerlijke mislukkingen zijn, gezien het simpele feit dat hij die heeft herkend en ik als schrijver even erover moest nadenken waar hij het eigenlijk over had. Het science fiction genre bijvoorbeeld wordt gekenmerkt door het beschrijven van technologische ontwikkelingen die nog niet aan de orde zijn. Ik heb het echter niet als genre gebruikt, maar als motief omdat ik dat heel goed kon gebruiken gezien het thema.
  2. Alle andere recensies waren lovend tot zeer lovend.
  3. Mede door ‘Vers vlees oud bloed’ ben ik genomineerd voor de Halewijnprijs.
  4. Ik heb een werkbeurs van Het Nederlandse Fonds voor de Letteren voor mijn boek gehad.
  5. Voor een aantal van deze verhalen heb ik van een schrijfcoach negens en tienen gehad.
  6. Hij sleept er privé zaken met de haren bij. Dat gegeven heeft mij gesterkt in de overtuiging dat hij zijn tekst uitsluitend als middel heeft gebruikt om zijn nooit aflatende haat te botvieren. Onder andere refereert hij aan het feit dat ik drie weken in een gekkenhuis was opgesloten. Die opsluiting was een wederrechtelijke vrijheidsberoving en volkomen onterecht.

Ik zou nog een heleboel kunnen aanhalen, maar ik ben niet bereid teveel tijd en moeite aan zijn haattekst te besteden.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *