Schrijftip 1: Laat je door niemand de wet voorschrijven
Tegenwoordig is er een berg zo hoog als de Sinaï aan handboeken en een colonne zo lang als de exodus aan cursussen voor beginnende schrijvers. Inclusief de bijbehorende geboden en verboden. Pas ervoor op dat je het gouden kalf gaat aanbidden. De tips lijken soms wel virussen die geregeld muteren in de diverse laboratoria. En hier sta ik dan met het drieduizendnegentigste ‘mandaat’ hoe je een ‘goed’ fictief verhaal schrijft. Het is dan ook excentriek dat mijn eerste tip erover gaat dat je indien je genoeg talent hebt precies daardoor zult worden geleid om zelf per direct het één en ander probleemloos te doen of te laten wat bij jou en jouw verhaal past.
Eerst over dat talent. Zoals zoveel in de moderne Westerse maatschappij, acht men schrijftalent maakbaar. Men meent schrijvers te kunnen monteren tot bestsellermachines. Er zijn zelfs proeven gaande om computers verhalen te laten schrijven. Waarom? Ik ga wild gokken. Om te kijken wat wetenschappelijk te bereiken is op dit gebied. Een computer krijgt geen honorarium. Mogelijk wordt elk computerwerk een juweel en mogen de recensenten in plaats van een salaris te beuren voortaan tot de lezers behoren. Prijzengeld voor auteurs kan eveneens tot het verleden behoren. Uitgevers en redacteuren hoeven geen contact te onderhouden met auteurs en hun mogelijke mood swings, writers’ blocks, ziektes en sterven. Ze worden ervan verlost om hen enige vorm van andersoortige waardering te schenken. Dat scheelt geld, tijd, aandacht en menselijk contact. Dat past prima in het ‘Nieuwe Normaal’ beleid (NN: Nomen nescio = latijnse uitdrukking = naam onbekend) waarin mensen elkaar niet in levende lijve (mogen?) ontmoeten. Ik wil niet vooruit lopen op de zaken en voorspellingen doen over hoe goed door computers ‘samengestelde’ verhalen wel zullen zijn. Of niet. Daar kan ik geen zinnig woord over zeggen.
Sommige mensen beschouwen fictieschrijven gewoon als een wetenschap. Mocht jij tot die groep behoren, dan zijn mijn schrijftips aan jou niet besteed. ‘Goede’ schrijvers leveren ‘handwerk’, maatwerk, geen eenheidsproducten. Maatwerk door en voor een gebochelde, een blinde, een dove, een stomme, een manke, een lamme, een arme, een duivel en een schoonheid, een rijke, een begaafde, een perfecte, een god. Het onregelmatige – de lelijkheid die schoonheid representeert, het breiwerk waarbij steken vallen, het web dat onontwarbaar is, de doolhof die geen uitgang biedt, de grot die duister en angstaanjagend is, het onstuimige waterstelsel waarin we haast verdrinken, de puzzel waarvan er stukken ontbreken, de krioelende brandmierenhoop – dat de geest wrocht, omdat die overal naar toe kan reizen, stromen, vliegen, kruipen waardoor het op schijnbaar onbereikbare plekken en momenten belandt, zelfs plaatsen en tijden die niet bestaan, is te grillig, kronkelig, bizar, golvend, ijl, mistig, weerbarstig om aan harde wetten of wetmatigheden te voldoen. Ons werk is nooit feilloos, glad, afgerond, voltooid, volmaakt omdat niets op aarde perfect is. Uit hoofde daarvan kunnen wij niets scheppen wat ‘volmaakt’ is. Geloof je in de perfectie van een knoestige boom waaraan niets glanst of gestroomlijnd is? Geëtst en gebeiteld door de tijd? Geloof je evengoed in de schoonheid van de Empire State Building? Loop dan met me mee en kijk, luister, ervaar de gaafheid van een zee die levens verwoest, het rustgevende strand waarop lijken aanspoelen, luister naar het ruisen van de wind dat in een orkaan kan ontaarden en besef, de zee is de zee, de zee was de zee en zal de zee blijven: onvoorspelbaar, zowel mooi als lelijk, zacht en ruw.
Ervaren we schrijven als een kunst, dan zullen we moeten toegeven dat de één meer begiftigd is dan de ander. Voel ik me bedreigd door aanstormende kunstenaars? Neen! Na-ijver is één van de weinig slechte karaktereigenschappen waar ik niet mee gezegend ben. Wil ik beroemde schrijvers neerhalen met mijn tips? Neen, dat zou mij niet alleen niet sieren, ik zou het tegendeel bereiken en mezelf in een kwaad daglicht stellen. Bij elke schrijftip zal ik rationeel aangeven waarom ik een bepaald principe huldig en aan jou de opdracht om vraagtekens bij mijn logica, mijn bewijsvoering te plaatsen of het enigszins dan wel volledig met me eens te zijn. Mijn raad: zoek je eigen weg, maar gooi het kind niet met het badwater weg. Neem niets van mij of een ander aan. Ook niet van ‘geleerden’. Denk aan ‘De nieuwe kleren van de keizer’. Onderzoek of jij in dit specifieke geval iets hebt aan het desbetreffende advies. Kunst is iets nieuws voortbrengen, terwijl je mag spieken, een voorbeeld nemen aan wat reeds is gedaan als je maar varieert. Overweeg, wik, peins, probeer en kijk of jij desnoods gemodificeerd (genuanceerd) iets voelt voor een techniek, zienswijze, werkwijze. De anekdotes die worden verteld over bestsellers waarvan de manuscripten eerst jaren werden geweigerd door uitgevers die er geen brood in zagen, wordt gepareerd met het verweer dat er een redacteur zal zijn geweest die door middel van geniale ingrepen het werk op poten heeft gezet. Ik geloof niet dat daar bewijs voor bestaat. En als een redacteur/uitgever niet beseft dat hij met wat (forse?) ingrepen van een manuscript een schitterend boek kan maken, dan zijn veel prachtige boeken nooit uitgegeven. Het kost uitgevers teveel tijd, dus geld om alle manuscripten die voorbij marcheren te lezen. Veel manuscripten gaan maagdelijk in de prullenbak of papierversnipperaar ter ziele. Uitgeven in eigen beheer kunnen veel mensen zich niet permitteren. Wat je al zo vaak hebt gehoord, herhaal ik hierbij. Lees deze tip (in een tip)) dagelijks: het aantal afwijzingen dat je te verwerken krijgt, zegt waarschijnlijk weinig over de kwaliteit van je werk en kan een gat in je portemonnee en eigenwaarde veroorzaken. Wat dat betreft moet je niet je ontluikende schrijverschap en je imago ter discussie stellen, maar de gronden voor je motivatie om te schrijven. En ga dan door! Mijn tip: aanvaard niets, verwerp niets. Niet klakkeloos. Succes!